1) Plaats het apparaat niet in de zon, regen, wind of op plaatsen waar de relatieve luchtvochtigheid hoger is dan 85%. Plaats het niet in een omgeving met veel stof, bijtende of ontvlambare gassen. Plaats het niet op een plaats die onderhevig is aan trillingen of waar het risico bestaat op bevriezing van condenswater. Blijf uit de buurt van muren om slechte ventilatie te voorkomen. Als u het apparaat toch in een omgeving met bijtende gassen wilt gebruiken, kies dan voor een droger met koperen buizen die behandeld zijn met antiroestmiddel of een droger met een warmtewisselaar van roestvrij staal. Gebruik het apparaat bij een omgevingstemperatuur lager dan 40 °C.
2) Sluit de persluchtinlaat niet verkeerd aan. Om onderhoud te vergemakkelijken en ruimte te creëren, dient een bypassleiding te worden aangelegd. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat de trillingen van de luchtcompressor worden overgedragen op de droger. Voeg het leidinggewicht niet rechtstreeks toe aan de droger.
3) De afvoerbuis mag niet omhoog staan, gevouwen of plat liggen.
4) De voedingsspanning mag minder dan ±10% schommelen. Installeer een aardlekschakelaar met de juiste capaciteit. Deze moet vóór gebruik geaard zijn.
5) De temperatuur van de persluchtinlaat is te hoog, de omgevingstemperatuur is te hoog (boven 40°C), het debiet overschrijdt het nominale luchtvolume, de spanningsschommeling is groter dan ±10% en de ventilatie is te slecht (ook in de winter is ventilatie vereist, anders stijgt de kamertemperatuur) en andere situaties, dan treedt het beveiligingscircuit in werking, gaat het indicatielampje uit en stopt de werking.
6) Wanneer de luchtdruk hoger is dan 0,15 MPa, kan de afvoerpoort van de normaal open automatische afvoer worden gesloten. De verplaatsing van de koeldroger is te klein, de afvoer staat open en er wordt lucht uitgeblazen.
7) De kwaliteit van de perslucht is slecht. Als er stof en olie in gemengd worden, hechten deze zich aan de warmtewisselaar, waardoor de efficiëntie afneemt. Ook de afvoer is gevoelig voor storingen. Het is wenselijk dat er een filter bij de inlaat van de droger wordt geïnstalleerd en dat het water minimaal één keer per dag wordt afgetapt.
8) De ventilatieopening van de droger moet eenmaal per maand worden schoongemaakt met een stofzuiger.
9) Schakel de stroom in en schakel de perslucht in zodra de werking stabiel is. Na het stoppen moet u langer dan 3 minuten wachten voordat u het apparaat opnieuw opstart.
10) Als de automatische afvoer wordt gebruikt, controleer dan regelmatig of de afvoerfunctie normaal functioneert. Maak altijd de condensor en dergelijke stofvrij. Controleer altijd de druk van het koelmiddel om te bepalen of er koelmiddel lekt en of de capaciteit van de koelkast is veranderd. Controleer ook of de temperatuur van het gecondenseerde water normaal is.
Geplaatst op: 17-01-2023